Nederland lijkt beweegvriendelijker te worden: de KBO-score (kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving) stijgt. Maar wat betekent dat eigenlijk? En merken inwoners daar ook echt iets van in hun dagelijks leven? Nieuw onderzoek van het Mulier Instituut werpt een kritisch licht op deze ontwikkeling.
Hoe beweegvriendelijk is Nederland nu echt?

Foto: Shutterstock
In 2022 behaalde Nederland een KBO-score van 65, vijf punten hoger dan in 2020. Vooral stedelijke gebieden en de Randstad scoren goed dankzij meer speelplekken, betere fietsvoorzieningen en goede nabijheid van voorzieningen. Dit wijst op vooruitgang in het creëren van omgevingen die bewegen stimuleren.
Toch betekent een hogere score niet automatisch dat mensen ook meer gaan bewegen. Hoewel een groot deel van de Nederlanders recreatief actief is, blijft de gemiddelde zitduur hoog in vergelijking met andere Europese landen. Dit onderstreept dat een beweegvriendelijke omgeving alleen niet genoeg is; gedragsverandering blijft essentieel.
Voor beleidsmakers betekent dit dat investeren in goede infrastructuur belangrijk blijft, maar dat daarnaast ook aandacht moet zijn voor bewustwording en het doorbreken van zitgedrag. Alleen zo ontstaat een leefomgeving die niet alleen uitnodigt tot bewegen, maar dit ook daadwerkelijk stimuleert.
Het onderzoek laat zien dat Nederland op de goede weg is, maar dat er nog stappen nodig zijn om van een beweegvriendelijke omgeving ook een beweegvriendelijke samenleving te maken. De komende jaren zal het daarom cruciaal zijn om niet alleen de fysieke ruimte te verbeteren, maar ook de betrokkenheid en motivatie van inwoners te vergroten.
Bron: Ruimte voor Bewegen via Kenniscentrum Sport en Bewegen en Alles over Sport
Advertentie
Meest gelezen
Meer artikelen met dit thema
De waarde van sport en bewegen
We lezen er regelmatig over. Het belang van sporten en bewegen voor onze gezondheid en welbevinden. Maar wist…
Reactie toevoegen